Reken uit
- \(\)Je versiert een foto met lengte 3 cm en breedte 20 cm met een felkleurig lint. Hoe lang moet je lint minstens zijn?\(\)
- \(\)Je verft een rechthoekig plankje met lengte 20 cm en breedte 17 cm. Hoe groot is het beschilderde oppervlak?\(\)
- \(\)Je kleurt de rand van een strook papier met lengte 16 cm en breedte 19 cm. Hoeveel centimeter moet je kleuren?\(\)
- \(\)Je verzaagt een lange plank tot een kader voor een poster met lengte 18 dm en breedte 17 dm. Hoe lang moet de plank minstens zijn?\(\)
- \(\)De leerkracht LO bakent een rechthoekig gebied af met lengte 20 m en breedte 12 m en bedekt het met een zeil. Hoeveel meter is één rondje rond dit gebied?\(\)
- \(\)De leerkracht LO bakent een rechthoekig gebied af met lengte 17 m en breedte 14 m en bedekt het met een zeil. Hoe groot is dit zeil?\(\)
- \(\)Je verzaagt een lange plank tot een kader voor een poster met lengte 15 dm en breedte 12 dm. Hoe groot is die poster?\(\)
- \(\)Je verft een rechthoekig plankje met lengte 14 cm en breedte 11 cm. Hoe groot is het beschilderde oppervlak?\(\)
- \(\)Je verzaagt een lange plank tot een kader voor een poster met lengte 7 dm en breedte 18 dm. Hoe groot is die poster?\(\)
- \(\)Je verzaagt een lange plank tot een kader voor een poster met lengte 15 dm en breedte 2 dm. Hoe lang moet de plank minstens zijn?\(\)
- \(\)Je verft een rechthoekig plankje met lengte 10 cm en breedte 9 cm. Hoe groot is het beschilderde oppervlak?\(\)
- \(\)De leerkracht LO bakent een rechthoekig gebied af met lengte 2 m en breedte 18 m en bedekt het met een zeil. Hoe groot is dit zeil?\(\)
Reken uit
Verbetersleutel
- \(2 \times (3\text{ cm}+20\text{ cm})=46\text{ cm}\)
- \(20\text{ cm}\times17\text{ cm}=340\text{ cm}^2\)
- \(2 \times (16\text{ cm}+19\text{ cm})=70\text{ cm}\)
- \(2 \times (18\text{ dm}+17\text{ dm})=70\text{ dm}\)
- \(2 \times (20\text{ m}+12\text{ m})=64\text{ m}\)
- \(17\text{ m}\times14\text{ m}=238\text{ m}^2\)
- \(15\text{ dm}\times12\text{ dm}=180\text{ dm}^2\)
- \(14\text{ cm}\times11\text{ cm}=154\text{ cm}^2\)
- \(7\text{ dm}\times18\text{ dm}=126\text{ dm}^2\)
- \(2 \times (15\text{ dm}+2\text{ dm})=34\text{ dm}\)
- \(10\text{ cm}\times9\text{ cm}=90\text{ cm}^2\)
- \(2\text{ m}\times18\text{ m}=36\text{ m}^2\)