Krachten

Hoofdmenu Eentje per keer  🖨

Zet het vraagstuk om in wiskundetaal en bereken

1. \(\)Een veer (k = 2 N/m) ondervindt een veerkracht van 15,8 N. Hoeveel m rekt zij uit? \(\)
2. \(\)Een winkelkar wordt getrokken door Imane met een kracht van 600 N. Bilal trekt onder een hoek van 45° met een kracht van 1000 N. Teken en bepaal de resulterende kracht\(\)
3. \(\)Welke zwaartekracht ondervindt een voorwerp van 14 kg op Saturnus (g = 9,05 N/kg)? \(\)
4. \(\)Ilias en Nabil trekken aan weerszijden van een winkelkar. Ilias trekt met een kracht van 900 N, Nabil met een kracht van 400 N. Teken en bepaal de resulterende kracht\(\)
5. \(\)Een veer verlengt 3,7 m en ondervindt een veerkracht van 33,3 N. Wat is de veerconstante? \(\)
6. \(\)Een winkelkar wordt getrokken door Nada met een kracht van 400 N. Roukaya trekt onder een hoek van 90° met een kracht van 1000 N. Teken en bepaal de resulterende kracht\(\)
7. \(\)Een winkelkar wordt getrokken door Zaid met een kracht van 1000 N. Bilal trekt onder een hoek van 90° met een kracht van 600 N. Teken en bepaal de resulterende kracht\(\)
8. \(\)Een winkelkar wordt getrokken door Inaya met een kracht van 400 N. Ilias trekt onder een hoek van 45° met een kracht van 600 N. Teken en bepaal de resulterende kracht\(\)
9. \(\)Een veer verlengt 170 cm en ondervindt een veerkracht van 11,9 N. Wat is de veerconstante? \(\)
10. \(\)Een veer (k = 5 N/m) ondervindt een veerkracht van 45 N. Hoeveel mm rekt zij uit? \(\)
11. \(\)Een winkelkar wordt geduwd door Nada met een kracht van 300 N. Zaid staat aan de andere kant van de kar en trekt met een kracht van 400 N. Teken en bepaal de resulterende kracht\(\)
12. \(\)Een winkelkar wordt geduwd door Roukaya met een kracht van 600 N. Bilal staat aan de andere kant van de kar en trekt met een kracht van 500 N. Teken en bepaal de resulterende kracht\(\)

---

Zet het vraagstuk om in wiskundetaal en bereken

Verbetersleutel

1. \(F_V = k . \Delta l \\ \Leftrightarrow \Delta l = \dfrac{15,8 N}{2 N/m} = 7,9m \\ \text{De veer rekt 7,9 m uit}\)
2. \(\rightarrow F_{Imane} = 600 N ; F_{Bilal} = 1000 N \nearrow \\ \text{De kar beweegt met een resulterende kracht van ongeveer 1490 N (o.b.v. schets) }\)
3. \(F_Z = m . g = (14 kg) . (9,05 N/kg) = 126,7N \\ \text{De zwaartekracht die het voorwerp ondervindt op Saturnus is 126,7N }\)
4. \(\leftarrow F_{Ilias} = 900 N ; F_{Nabil} = 400 N \rightarrow \\F_R = 400 N - 900 N = -500 N \\ \text{De kar beweegt met een resulterende kracht van 500 N naar Ilias toe}\)
5. \(F_V = k . \Delta l \\ \Leftrightarrow k = \dfrac{F_V}{\Delta l} = \dfrac{33,3N}{3,7m} = 9 N/m \\ \text{De veerconstante is 9 N/m}\)
6. \(\rightarrow F_{Nada} = 400 N ; F_{Roukaya} = 1000 N \uparrow \\F_R = \sqrt{400^2 + 1000^2} N \text{(Pythagoras)} \\ \text{De kar beweegt met een resulterende kracht van (afgerond) 1077 N }\)
7. \(\rightarrow F_{Zaid} = 1000 N ; F_{Bilal} = 600 N \uparrow \\F_R = \sqrt{1000^2 + 600^2} N \text{(Pythagoras)} \\ \text{De kar beweegt met een resulterende kracht van (afgerond) 1166,2 N }\)
8. \(\rightarrow F_{Inaya} = 400 N ; F_{Ilias} = 600 N \nearrow \\ \text{De kar beweegt met een resulterende kracht van ongeveer 930 N (o.b.v. schets) }\)
9. \(F_V = k . \Delta l \\ \Leftrightarrow k = \dfrac{F_V}{\Delta l} = \dfrac{11,9N}{1,7m} = 7 N/m \\ \text{De veerconstante is 7 N/m}\)
10. \(F_V = k . \Delta l \\ \Leftrightarrow \Delta l = \dfrac{45 N}{5 N/m} = 9m =9000 mm \\ \text{De veer rekt 9000 mm uit}\)
11. \(\rightarrow F_{Nada} = 300 N ; F_{Zaid} = 400 N \rightarrow \\F_R = 300 N + 400 N = 700 N \\ \text{De kar beweegt met een resulterende kracht van 700 N naar Zaid toe}\)
12. \(\rightarrow F_{Roukaya} = 600 N ; F_{Bilal} = 500 N \rightarrow \\F_R = 600 N + 500 N = 1100 N \\ \text{De kar beweegt met een resulterende kracht van 1100 N naar Bilal toe}\)