Eenvoudige vraagstukken

Hoofdmenu Eentje per keer  🖨

Vertaal naar een wiskundige vergelijking. Los op door gebruik te maken van het stappenplan.

1. \(\)als je een getal vermeerdert met 50 bekom je 62. Wat is het getal?\(\)
2. \(\)de som van drie opeenvolgende gehele getallen is 42. Wat zijn die getallen?\(\)
3. \(\)als je een vierde van een getal aftrekt van een derde van dat getal, dan krijg je 1 . Wat is dat getal? \(\)
4. \(\)als je een achtste van een getal aftrekt van een derde van dat getal, dan krijg je 5 . Wat is dat getal? \(\)
5. \(\)je betaalt 25 eurocent voor een cola, maar de kassierster zegt dat je 3 eurocent tekortkomt. Hoeveel kost een cola ?\(\)
6. \(\)Ruben is x jaar. Zijn zus is 5 jaar jonger. Samen zijn ze 19 jaar. Hoe oud is Ruben ?\(\)
7. \(\) het verschil van het drievoud van een getal en vier is gelijk aan de som van een zevende van het getal en 36. Wat is het getal?\(\)
8. \(\)als je een achtste van een getal aftrekt van een vijfde van dat getal, dan krijg je 3 . Wat is dat getal? \(\)
9. \(\)als je een getal vermindert met 20 bekom je -11. Wat is het getal?\(\)
10. \(\) het verschil van het zesvoud van een getal en zeven is gelijk aan de som van een derde van het getal en 78. Wat is het getal?\(\)
11. \(\) het verschil van het zevenvoud van een getal en drie is gelijk aan de som van een achtste van het getal en 327. Wat is het getal?\(\)
12. \(\) het verschil van het achtvoud van een getal en zeven is gelijk aan de som van een negende van het getal en 419. Wat is het getal?\(\)

---

Vertaal naar een wiskundige vergelijking. Los op door gebruik te maken van het stappenplan.

Verbetersleutel

1. \(x+50 = 62\Leftrightarrow x=62- 50 \Leftrightarrow x = 12\)
2. \(x+x+1+x+2 = 42\Leftrightarrow 3x+3=42 \Leftrightarrow 3x = 39\Leftrightarrow x = 13 \text{ De getallen zijn 13, 14 en 15}\)
3. \( \frac{1}{3}x-\frac{1}{4}x=1 \overset{\mbox{ .12 }}{ \Leftrightarrow } 4x-3x=12 \Leftrightarrow 1x=12 \Leftrightarrow x=12\)
4. \( \frac{1}{3}x-\frac{1}{8}x=5 \overset{\mbox{ .24 }}{ \Leftrightarrow } 8x-3x=120 \Leftrightarrow 5x=120 \Leftrightarrow x=24\)
5. \(x=25 + 3 \Leftrightarrow x=28\)
6. \(x+x-5 = 19\Leftrightarrow 2x-5=19 \Leftrightarrow 2x = 24\Leftrightarrow x = 12 \text{ Ruben is 12 jaar}\)
7. \( 3 x-4=\frac{x}{7}+36 \overset{\mbox{ .7 }}{ \Leftrightarrow } 21x-28=x+252 \Leftrightarrow 21x-x=252+28 \Leftrightarrow 20x=280 \Leftrightarrow x=14\)
8. \( \frac{1}{5}x-\frac{1}{8}x=3 \overset{\mbox{ .40 }}{ \Leftrightarrow } 8x-5x=120 \Leftrightarrow 3x=120 \Leftrightarrow x=40\)
9. \(x-20 = -11\Leftrightarrow x=-11+ 20 \Leftrightarrow x = 9\)
10. \( 6 x-7=\frac{x}{3}+78 \overset{\mbox{ .3 }}{ \Leftrightarrow } 18x-21=x+234 \Leftrightarrow 18x-x=234+21 \Leftrightarrow 17x=255 \Leftrightarrow x=15\)
11. \( 7 x-3=\frac{x}{8}+327 \overset{\mbox{ .8 }}{ \Leftrightarrow } 56x-24=x+2616 \Leftrightarrow 56x-x=2616+24 \Leftrightarrow 55x=2640 \Leftrightarrow x=48\)
12. \( 8 x-7=\frac{x}{9}+419 \overset{\mbox{ .9 }}{ \Leftrightarrow } 72x-63=x+3771 \Leftrightarrow 72x-x=3771+63 \Leftrightarrow 71x=3834 \Leftrightarrow x=54\)